maandag 19 september 2011

Waarin de voordelen van de verkenners worden bezongen en onze jonge avonturiers gaan zwemmen (en feest vieren)

In mijn vorige blog kwam het al ter sprake en ook vorig jaar heb ik over geschreven. Er kon weer gepiekenieked worden op de Monte Subasio. De voorbereidingen waren minstens zo uitgebreid als vorig jaar (dit keer had ik voor alle zekerheid wel anti-engebeesten-spul meegenomen) en bepakt en bezakt kwamen we aan op de top, boven de boomgrens met een schitterend uitzicht. En toen bleek moeders de aanmaakblokjes te zijn vergeten. Alle droge takjes ten spijt lukte het maar niet de barbeknoei aan de praat te krijgen. Mijn reisgenoot meldt te pas en te onpas dat hij de verkenners heeft gezeten en dat wierp in dit geval zeker zijn vruchten af…..hij had koeievlaaien gezien. Binnen de kortste keren brandde het vuur, waren de ganzen, de spiezen en de worstjes schitterend gegaard. Wij zaten in de brandende zon heerlijk te eten terwijl ter linkerzijde langzaam maar zeker duidelijk werd dat er regen kwam. Er flitsten hier en daar wat schichten, er vielen buien in de bergen, maar wij zaten letterlijk hoog en droog (en heet). Een bijzondere gewaarwording, die de rit naar beneden, langs de wilde paarden en buffels van de berg tot een extra bijzondere belevenis maakten.


Door de regen was alles de volgende dag fris schoongespoeld. De enorme hitte was gedaan, het was zalig en rustig weer. Een echte herfstdag volgens mijn vader. Doe mij alle dagen van het jaar zulke herfstdagen……dus wilde ik gaan zwemmen. Er zijn hier op de berg wat mensen met een privĂ©-zwembad, maar de meesten waren niet thuis en bovendien kan je natuurlijk het nuttige met het aangename verenigen. We reden dan ook dwars door de bergen langs het stuwmeer in de Tiber, via Orvieto naar Bolzena. Een kratermeer met heerlijk helder water, en een geweldig lekker restaurantje aan het strand. In deze plaats zijn twee dingen gebeurd die de moeite van het vertellen waard zijn.

Er is hier ooit een bloedwonder gebeurd, dat nog steeds gevierd wordt op sacramentsdag en waar Orvieto een mega-kathedraal voor heeft laten bouwen. (Voor de niet katholieken onder ons, tijdens de consecratie veranderde de miswijn in bloed, het symbool werd de oorsprong).

Verder wordt er hier een bijzonder lekkere wijn gemaakt. Een simpele witte wijn, erg lekker en vooral beroemd vanwege zijn naam. Het verhaal gaat dat er in die tijd een nieuwe paus moest worden gekozen. Nu vliegen alle kardinalen dan naar Rome, in die tijd ging het allemaal iets anders. Een Duitse kardinaal ging ook op reis naar Rome en stuurde zijn bediende vooruit om goeie accommodatie te zoeken. De man checkte in alle herbergen onderweg de bedden, het eten en de wijn en wanneer alles goed was (maar vooral de wijn) schreef hij met krijt ‘Est!’ op de deur van het betreffende etablissement. Ook in Bolzena checkte hij de herberg. Hij was zo onder de indruk van de wijn die hij tegenkwam dat hij het woordje ‘Est!’ de lading niet vond dekken. Hij schreef het op, twijfelde, schreef het nogmaals en een derde keer…..hieraan dankt de wijn nu zijn naam. Est! Est!! Est!!! De kardinaal is doorgereisd naar Rome, heeft een paus gekozen, is teruggereisd naar Bolzena alwaar de goede man de rest van zijn leven heeft gesleten, genietend van het goede der aarde. Op zijn graf staat dat hij zichzelf heeft doodgezopen (echt waar, het staat er echt) en elke dag zet iemand een glaasje van het heerlijke vocht op zijn graf (en dat zou dan weer elke dag leeg worden aangetroffen, volgens sommigen een wonder, volgens mij gewoon een manier om gratis te kunnen drinken). Enfin, het restaurantje aan het strand verbouwt zijn eigen Est!Est!!Est!!! en voor 8 euro mag je er een hele liter van drinken. De vis kwam vers uit het meer, het water was verrukkelijk, de tocht heen en terug was schitterend en het terrasje in Bettona waar we even moesten wachten tot mijn moeder klaar was bij de fysio, serveert ook lekkere wijn en een heerlijk uitzicht op de schitterende ondergaande zon.


Na een dag rust volgde Assisi. Een stad die me blijft ontroeren. Ik wilde graag naar de ‘benedenkerk’, de kerk van Sint Franciscus bestaat uit een schitterende, mooie sobere benedenkerk en een wat uitbundiger bovenkerk, helemaal bezaaid met fresco’s van Giotto. Het mooiste is het om van beneden naar boven te lopen. Overal hangen de boorden ‘Silenzio’, ook daarover heb ik al eens geschreven, maar tot mijn grote schrik vond er nu een priesterwijding plaats. Dat is op zichzelf niets om van te schrikken, integendeel, maar de wijding werd vergezeld van happy clappy versterkte, vreselijke en vooral vreselijk harde muziek, iets dat niet helemaal past in het beeld van deze serene kerk. Dus toch maar eerst de bovenkerk, daarna een stuk pizza met uitzicht op de bergen, en daarna dan alsnog, in alle rust de benedenkerk bekeken.

Enfin, de dag daarna volgde er een enorm feest voor mijn moeders verjaardag. Een feest dat ik niet gauw zal vergeten. Iedereen nam eten mee (en wat voor eten!). Er werden gedichten voorgedragen, er werd gezongen, er werd gelachen en de Italiaanse en Engelse en Nederlandse vrienden van mijn moeder gingen met de pet rond zodat mijn moeder nog meer kan overmaken naar de hoorn van Afrika. Een onvergetelijke ervaring, in de regen maar toch in de tuin, met een zichtbaar gelukkige en ontroerde moeder. Ik kan me zo goed voorstellen waarom ze hier zo verschrikkelijk graag zijn.

En vandaag gaan we ons voorbereiden op de terugweg. Vanavond de koffers pakken, morgenochtend om zes uur (!!!!) de trein naar Rome en daar dan nog twee dagen rondsjouwen. Hopelijk niet in de stromende regen met bliksem en onweer dat van twee kanten tegelijk kwam zoals vannacht….maar in heerlijk zonnig weer, zoals het toch weer is geworden. Ik houd jullie op de hoogte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten